BESTEMMING: HOOP
|
Bij het begin van de kinderhulpactie in 1920 werden Hongaarse kinderen naar gastgezinnen in Nederland getransporteerd. In datzelfde jaar sloten Zwitserland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk zich aan bij de kinderhulpenactie, en vanaf 1923 leverde ook België een belangrijke bijdrage. Het grootste percentage van de kinderen werd in Nederland en België opgenomen. Tijdens de actie keerden meer dan 60.000 kinderen, na een verblijf van enkele maanden (soms zelfs jaren) in het buitenland, aangesterkt naar huis terug. Een niet onaanzienlijk percentage kinderen bleef uiteindelijk voor de rest van hun leven in het gastland, waardoor de band tussen de landen verder werd versterkt.
De kindertreinen betekenden veel meer dan alleen maar een humanitaire hulpoperatie. Voor veel Hongaarse kinderen die deelnamen aan de kindertreinen was de tijd die zij in het buitenland doorbrachten een bepalende ervaring voor de rest van hun leven. We kennen veel kunstenaars (Anna F. Györffy, Kató Petrich, Andor Heller, Katalin Karády), en belangrijke persoonlijkheden uit het wetenschappelijke, kerkelijke en culturele leven (István Bibó, István Regőczi) in Hongarije, wier latere carrière duidelijk werd bepaald door hun ervaringen in het gastland. Onze tentoonstelling behandelt dit thema door het onderwerp van de kindertreinen in zijn historische en sociale context te tonen en door de nadruk te leggen op de presentatie van individuele levenspaden. CURATOREN: Dr. Roland Perényi, historicus, directeur van het Historisch Museum van Boedapest - Kiscell Museum Dr. Orsolya Réthelyi, historicus, literairhistoricus, vakgroephoofd van de Vakgroep Nederlands, Eötvös Loránd Universiteit (ELTE) Academische adviesraad: Dr. Maarten J. Aalders (Kampen University), Dr. Balázs Ablonczy (Hongaarse Academie der Wetenschappen MTA), Dr. Vera Hajtó (Hongaarse Academie der Wetenschappen MTA), Roeland Hermans (KADOC-KU Leuven) |